Cookie instellingen

Onze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikerservaring. Wilt u de website bezoeken en cookies accepteren?
Lees ons privacy beleid.

Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

Veelgestelde vragen LSV's en O&I

Wat is een LSV?

Het LSV is de centrale schakel voor een succesvolle uitvoering van O&I op lokaal niveau. Hier wordt de samenwerking tussen alle zorg- en welzijnsprofessionals in de gemeente of wijk vormgegeven. De huisartsen zijn van oudsher initiatiefnemer voor samenwerking rondom hun patiënt en spelen deze rol ook binnen O&I. Toch kan elke gemeente deze samenwerking organiseren op een manier die past bij haar specifieke werkgebied, omvang en ambities. In grote gemeenten met veel diversiteit in de wijkpopulatie, of in gemeenten met meerdere dorpskernen met specifieke problematiek, kan de aanpak per wijk verschillen. In kleinere gemeenten met gelijksoortige problemen is zo’n differentiatie vaak niet nodig.

Het LSV stelt jaarlijks een plan op voor de totale populatie, waarbij indien nodig gedifferentieerd wordt op basis van doelgroep, zoals ouderen of mensen in armoede. Alle zorg- en welzijnsprofessionals kunnen input geven voor dit plan, direct of indirect deelnemen in de besluitvorming, bijdragen aan een project leveren, ideeën aandragen of betrokken zijn bij de uitvoering via een projectgroep.

Waarom zijn er Lokale Samenwerkingsverbanden?

UNICUM heeft ervoor gekozen om de multidisciplinariteit op gemeenteniveau te borgen, op de plek waar het nodig is: in de Lokale Samenwerkingsverbanden. Zij zijn op de hoogte van de uitdagingen waarmee hun wijk of gemeente te maken heeft. Dus zij kunnen als samenwerkingsverband zelf het beste bepalen welke doelgroep meer aandacht behoeft. Alle grote akkoorden focussen op een nauwere samenwerking tussen zorg en sociaal domein. Het sociaal domein is onderdeel van de gemeente, met die partij moeten afspraken worden gemaakt. Ook dat pleit voor een LSV op het niveau van een gemeente.

Hoe is een LSV georganiseerd?

Er komen veel belangen samen in het LSV, die uiteindelijk verwerkt worden in het jaarplan en de begroting. Om dat proces goed te laten lopen en ervoor te zorgen dat iedere professional die dat wil inbreng kan leveren en mee kan besluiten, voeren de LSV’s in 2024 en 2025 een professionaliseringsslag door. De eerste stap in dat proces is het vormen van een lokale stichting, voor die LSV’s waar dat nog niet was gerealiseerd. Dat zorgt ervoor dat in elk LSV er eind 2025 sprake is van een multidisciplinair bestuur (voorheen kernteam) van 3 tot 5 personen, zodat het bestuur slagvaardig en daadkrachtig kan optreden. Lokaal zijn er veel meer partijen actief in ondersteuning en zorg; deze kunnen zitting nemen in de zogenoemde deelnemersraad. De deelnemersraad vertegenwoordigt daarmee ook het perspectief van die partijen die niet in het bestuur zijn vertegenwoordigd en heeft instemmingsrecht bij een aantal bestuursbesluiten, bijvoorbeeld het vaststellen van het jaarplan en de begroting.

Een essentiële functie binnen het LSV is de wijkmanager. De wijkmanager, ook weleens netwerkmanager genoemd, is onmisbaar in de lokale samenwerking. Niet alleen ondersteunt hij/zij het bestuur en de deelnemersraad, maar de wijkmanager is ook de verbindende schakel tussen alle lokale partijen uit alle domeinen. Hij/zij enthousiasmeert, stimuleert, initieert en coördineert al datgeen dat bij kan dragen aan een zo optimaal mogelijke lokale samenwerking. De wijkmanager is tevens de verbindende schakel naar de ondersteuningsorganisatie van UNICUM en put uit kennis, ervaringen en expertise van het gehele team van wijkmanagers én de ondersteuningsorganisatie door zijn/haar deelname aan het periodieke regionale wijkmanagersoverleg.

Er is een professionaliseringsslag gedaan voor de LSV's. Wat is het voordeel van een stichting?

Met de professionaliseringsslag werkt elk LSV vanuit een formele juridische grondslag, de stichting. Dat zorgt o.a. voor heldere afspraken rond bestuur, besluitvorming en verantwoordelijkheden, in lijn met de governancecode voor de zorg. Een tweede pluspunt is de betere borging van de continuïteit van de samenwerking, dat versterkt de toekomstbestendigheid. Nog een belangrijk voordeel van deze werkwijze is dat een stichting een rechtspersoon is en daarmee bevoegd om zelfstandig afspraken te maken, overeenkomsten te sluiten en contracten te ondertekenen.

Welke LSV’s zijn er in onze regio's?

In Zuidoost Utrecht (ZOU) zijn de volgende LSV's actief:

  • LSV Bunnik
  • LSV De Bilt
  • LSV Utrechtse Heuvelrug
  • LSV Wijk bij Duurstede
  • LSV Zeist


In Lekstroom gaat het om de volgende LSV's:

  • LSV Houten
  • LSV IJsselstein
  • LSV Nieuwegein
  • LSV Kern Schoonhoven
  • LSV Vianen
Wie kan onderdeel zijn van een LSV?

Iedereen kan onderdeel zijn van een LSV zolang hij/zij zich vanuit zijn/haar professionele rol inzet voor het verbeteren van de samenwerking tussen zorg, sociaal domein en welzijn in zijn of haar gemeente.

Hoe word je onderdeel van jouw LSV? Of heb je andere vragen?

Ben jij zorgverlener in de eerstelijn, sociaal domein of welzijn en heb jij ideeën over hoe je de samenwerking tussen zorg en welzijn in jouw wijk of gemeente kan verbeteren? Of heb je vragen over O&I of een Lokaal Samenwerkingsverband? Neem dan vrijblijvend contact op met de wijkmanager via mail om jouw mogelijkheden te bespreken.

Wat is O&I?

O&I staat voor Organisatie & Infrastructuur. Onder deze titel worden gelden beschikbaar gesteld om de samenwerking tussen de eerstelijnszorg, het sociaal domein en welzijn op te zetten en te onderhouden.

O&I vindt zijn oorsprong in het Hoofdlijnenakkoord 2014-2017, waarin werd benadrukt hoe belangrijk een sterke organisatie is om de zorgdoelen te behalen en uitdagingen aan te pakken. Die noodzaak is nog duidelijker geworden met de publicatie van het Integraal Zorg Akkoord (IZA) en Visie Eerstelijn 2030, waarin (lokale) samenwerking binnen en tussen zorg en het sociaal domein nadrukkelijk als voorwaarde wordt gesteld.

Een sterke organisatie op lokaal en regionaal niveau helpt bij een betere afstemming met en rond de patiënt, de juiste zorg op de juiste plek, efficiënte inzet van mensen en middelen, en meer werkplezier voor alle professionals. Hiervoor is een goede infrastructuur onmisbaar, zowel op het bestuurlijke als op het digitale vlak. Dankzij de O&I-financiering wordt dit netwerk van samenwerkingen opgebouwd en versterkt, zodat zorg en welzijn voor inwoners verbeterd wordt.

Wat ging eraan vooraf?

In het verleden is op verschillende manieren financiering beschikbaar gesteld om multidisciplinaire samenwerking in de eerstelijnszorg te stimuleren, elk met hun eigen voorwaarden. In 2007 werd bijvoorbeeld de betaaltitel de GEZ-regeling (Geïntegreerde Eerstelijnszorg) ingevoerd om multidisciplinaire samenwerking en innovatie te stimuleren. Na ruim 10 jaar werd nieuwe instroom in de GEZ stopgezet, en konden multidisciplinaire samenwerkingsverbanden vanaf dat moment gebruikmaken van de betaaltitel de OWZ-regeling (Ontwikkeling Wijkgerichte Zorg).

Het “Velzel”-rapport (Impactanalyse O&I) stelde voor om deze betaaltitels te vervangen door 3 nieuwe betaaltitels:

  • ‘wijkmanagement’,
  • ‘regiomanagement’
  • ‘ondersteuning ketenzorg’.

Daarnaast is voorgesteld om de huisartsenpraktijken te ondersteunen met een aparte regeling voor ‘praktijkmanagement’. Deze betaaltitels zijn per 1 januari 2018 ingevoerd, en vallen allemaal onder de naam O&I. Er gelden hierbij vrije tarieven, maar een contract met de verzekeraar is verplicht. De overgang van GEZ/OWZ naar O&I duurde 3 jaar (2019 – 2021), waarbij oude regelingen werden afgebouwd en de nieuwe structuren binnen O&I werden opgebouwd.

Welke activiteiten vallen onder O&I?

Alle activiteiten die bijdragen aan het organiseren en versterken van multidisciplinaire samenwerkingsnetwerken tussen de verschillende zorg- en welzijnsprofessionals, met als doel de ondersteuning van inwoners te verbeteren op het gebied van welzijn en zorg. O&I kent meerdere niveaus waarvan de gemeente het belangrijkste niveau is. Op dit lokale niveau wordt afstemming en samenwerking in de Lokale Samenwerkingsverbanden (LSV’s) tussen verschillende disciplines en domeinen in de wijk of gemeente georganiseerd en wordt gezamenlijk gekeken waar verbetering nodig is op basis van de behoefte van de eigen inwoners. Deze verbeteringen worden vastgelegd en uitgevoerd aan de hand van jaarplannen.

Denk bijvoorbeeld aan:

  • Het oprichten van een projectgroep bestaande uit verschillende zorg- en welzijnsprofessionals om betere ondersteuning te organiseren voor specifieke vraagstukken die spelen in de gemeente of wijk aan te pakken. Denk aan het project “Thuiswonende ouderen” in Houten. Of kijk voor meer voorbeelden op de website bij de LSV’s.
  • Het beschikbaar stellen en mede-onderhouden van een digitaal platform waar inwoners informatie kunnen vinden over zorg en ondersteuning, en waar professionals in een besloten community informatie, kennis en ervaringen kunnen delen.
  • Het versterken van de samenwerking tussen zorg, welzijn en het sociaal domein.
  • Het invoeren van lokale en regionale werkafspraken.
Waarom is O&I belangrijk?

In Nederland is de huisarts de eerste ingang voor elke medische vraag. We waarderen deze laagdrempelige en vaak snel toegankelijke zorg zo sterk, dat de huisarts tegenwoordig ook benaderd wordt voor allerlei andere hulpvragen.

Voor een aantal hulpvragen ligt het antwoord niet in het medisch domein, maar is een andere vorm van ondersteuning of hulp passender, zoals vanuit het sociaal domein of welzijnsorganisaties. Ook kan het zo zijn dat een hulpvraag juist meerdere disciplines binnen het medisch domein raakt, denk aan een huisarts, een fysio en een diëtist. Het versterken van de bekendheid van het diverse aanbod van zorgverleners en het versterken van deze multidisciplinaire samenwerkingsverbanden gaat echter niet vanzelf; daar zijn mensen en middelen voor nodig. Juist die middelen kunnen vanuit de betaaltitel O&I beschikbaar worden gesteld. Zodat inwoners weten waar zij terecht kunnen voor zichzelf, maar misschien ook voor een ouder of een partner.

De geldstroom vanuit de O&I is gekoppeld aan de ION-registratie. ION staat voor Inschrijving Op Naam, een systeem waarin patiënten worden geregistreerd bij hun huisarts. Dit betekent dat financiering afhankelijk is van het juiste en actuele inschrijven van patiënten bij de huisarts. Huisartsen spelen hierin een cruciale rol, aangezien zij als enige zorgpartij beschikken over de meest volledige en actuele gegevens van alle inwoners binnen onze twee regio’s.

Waar past O&I in de strategie van UNICUM?

het Strategisch PlanNet als voorheen bij GEZ- en OWZ-financiering gelden voor de O&I-financiering een aantal voorwaarden. Een van de belangrijkste is dat het O&I-contract door een Regionale Huisartsen Organisatie (RHO) moet worden gesloten. De huisartsen zijn van oudsher goed georganiseerd en hebben met vooruitziende blik in 2017 gezamenlijk besloten met elkaar de regionale huisartsenorganisatie UNICUM Huisartsenzorg op te richten. O.a. de voormalige GEZ- en OWZ-samenwerkingen in het werkgebied zijn hierin opgegaan.

UNICUM Huisartsenzorg is opgericht door en voor huisartsen en richt zich op het faciliteren van de huisarts in zijn praktijk. Dat doet zij vanuit het kantoor in Bilthoven, waar de centrale ondersteuningsorganisatie is gevestigd. Sinds 2017 hebben meerdere gebeurtenissen invloed gehad op de ondersteuningsorganisatie. Zo zijn de huisartsenposten in Nieuwegein en Zeist van Stichting Primair overgegaan naar UNICUM Huisartsenspoedpost B.V. en werden met de introductie van de O&I-financiering ook andere partijen, zoals zorg- en welzijnsprofessionals, geïntroduceerd.

In 2022 heeft UNICUM zich na een intensief traject uitgesproken over haar rol in dit complexe speelveld. Als Regionale Huisartsen Organisatie is haar verantwoordelijkheid de ondersteuning van de huisarts in zijn praktijk. Vanuit UNICUM Huisartsenspoedpost B.V. heeft zij daarnaast nadrukkelijk de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de ANW (avond-, nacht- en weekend) diensten en tot slot heeft zij vanuit de O&I-middelen nadrukkelijk ook de verantwoordelijkheid voor het organiseren van de samenwerking tussen disciplines en domeinen, zowel regionaal als ook lokaal. Dit wordt beschreven in het Strategisch Plan 2024-2025.

Onder dit alles ligt het nadrukkelijke besef dat de opgave zo groot is dat geen enkele partij dit alleen kan realiseren. We zullen het met elkaar, in goede samenwerking, moeten zien te redden. Dat geldt voor alle partijen in het veld, ongeacht domein of discipline, én voor de medewerkers van de ondersteuningsorganisatie op het kantoor van UNICUM in Bilthoven. Alleen als we met elkaar de juiste koers uitstippelen en iedereen vanuit zijn/haar eigen positie en expertise een bijdrage levert, kunnen we ervoor zorgen dat hulp en ondersteuning in de toekomst toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit blijven.

Wat is de link tussen O&I en IZA/GALA/Visie eerstelijnszorg 2030?

Het Integraal Zorgakkoord (IZA), het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en de Visie eerstelijnszorg 2030 benadrukken allemaal hoe cruciaal het lokaal multidisciplinair samenwerken is om zorg en welzijn toegankelijk, betaalbaar en toekomstbestendig te maken voor de inwoners van onze regio’s. O&I richt zich helemaal op die multidisciplinaire lokale samenwerking in de wijken en gemeenten.