Controle Lithium na instelling
Lithium Stemmingsstabilisator- Bipolaire Stoornissen
De NHG heeft een duidelijk standpunt t.a.v het voorschrijven van lithium door de huisarts. Toch komt het in de praktijk steeds vaker voor dat deze patiënten, bewust of onbewust, in zorg zijn bij de huisarts.
Vooropgesteld staat dat de huisarts zich competent voelt over gebruik, voorschrijven en controleren van stemmingsstabilisatoren. Als de patiënt in zorg is bij de huisarts heeft deze ook de verantwoordelijkheid borg te staan voor de juiste controles.
Standpunt van de NHG t.a.v. Herhalen Specialistische Medicatie- Lithium
- De huisarts herhaalt bij voorkeur geen lithium.
- Ook voor huisartsen die geen lithium herhalen is alertheid op bijwerkingen, interacties en complicatie raadzaam.
- De huisarts instrueert de patiënt om bij verschijnselen die kunnen leiden tot uitdroging contact op te nemen.
- De huisarts ontraadt het gebruik van NSAID's(zelfzorg) en adviseert lithiumgebruik te melden bij elk artsbezoek.
- De huisarts die lithiumrecepten herhaalt is verantwoordelijk voor de noodzakelijke controles en de medicamenteuze behandeling.
- De huisarts kan lithium herhalen voor patiënten die minimaal twee jaarstabiel zijn, als hij zich daartoe bekwaam acht, een overdracht met (controle-)instructie van de behandelend psychiater ontvangt en de mogelijkheid heeft om op korte termijn laagdrempelig te overleggen en terug te verwijzen.
Hieronder worden de aandachtspunten, risico, lab-controles beschreven.
Werkingsmechanisme:
Onduidelijk, invloeden op met name serotonerge en noradrenerge systeem.
Bijwerkingen:
Snelle kans op intoxicatie. Beginnende intoxicatieverschijnselen o.a. braken, diarree, tremor, traagheid, ataxie, duizeligheid, dysartrie, verminderde eetlust. Denk bij iedere lithiumgebruiker met verwardheid of neurologische aan een lithiumintoxicatie en overleg direct met internist of psychiater. Ouderen zijn het kwetsbaarst voor intoxicatie, ook bij therapeutische spiegels.
Risicofactoren op lithiumintoxicatie:
Onjuiste inname, dehydratie, nierfunctiestoornissen en interacterende medicatie.
Advies:
- Laagdrempelig een extra twaalf- uursspiegel bepalen.
- Belangrijkste interacties: zie Farmacotherapeutisch Kompas.
- Belangrijkste contra-indicaties: nierinsufficiëntie, acuut myocardinfarct, myasthenia gravis, borstvoeding.
- Zwangerschap: teratogeen effect, controle bij gebruik.
- In verband met smalle therapeutische breedte is regelmatige bloedspiegelbepaling nodig.
Controle Lithium na instelling:
Nadat de spiegel is opgebouwd dient maandelijks controle plaats te vinden. Bij stabiele spiegels kunnen deze periodes vergroot worden tot controle uiteindelijk (minimaal) tweemaal per jaar plaatsvindt.
Geadviseerde spiegels zijn:
- Bij acute behandeling: 0,8-1,2 mmol/l (hoog therapeutisch).
- Bij onderhoudsbehandeling: 0,6-0,8 mmol/l (normaal therapeutisch).
- De adviezen voor spiegels zijn gebaseerd op spiegels verkregen uit bloed afgenomen 12 (± 1) uur na de laatste (avond)inname.
Lab controles:
Na instellen minimaal 2x/jaar lithiumspiegel en lab: kreatinine, eGFR, calcium en TSH bepalen.
- Indien eGFR afwijkend: nierfunctie vervolgen en kwantitatief urineonderzoek.
- Indien TSH afwijkend, ook FT4; vervolgens TPO-antilichamen bepalen.
Over het algemeen moet bij de mensen met bipolaire stoornis jaarlijks bepaald:
- Bloedbeeld (Hb,Ht,leucocyten, diff, trombocyten)
- Elektrolyten (Na, K, Ca, albumine)
- Nierfunctie (creatinine, ureum, eGFR)
- Leverfunctie (AF, ALAT, ASAT, gGT)
- Schildklierfunctie (TSH, ev.FT$)
- Glucose
- Lipidenspectrum (triglyceriden, cholesterol, LDL, HDL)
Tevens dient in ieder geval jaarlijks controle van gewicht en buikomvang plaats te vinden om het ontwikkelen van een metabool syndroom te kunnen vaststellen. Advies om minstens jaarlijks BMI, buikomvang, tensie en pols te bepalen.
Richtlijn uit Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen
Allesoverlithium.nl
NHG-Standpunt Herhalen gespecialiseerde ggz-medicatie .pdf
Voorzorgen-bij-patiënten-die-lithium-gebruiken-230912.pdf (nhg.org)